Menu Filter

Evaluatie van erosiemaatregelen nu reeds gestart om snel bijsturingen te kunnen doen

Op 17 maart jl. werd Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege in de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn van het Vlaams Parlement door Vlaams Volksvertegenwoordigers Stefaan Sintobin en Lydia Peeters ondervraagd omtrent de problematiek van de erosiemaatregelen die recent in voege zijn getreden. Ze kondigde daarbij aan dat de evaluatie van de maatregelen een jaar eerder dan voorzien zal doorgevoerd worden om zo snel mogelijk bijsturingen te kunnen doen.

In haar antwoord herinnerde de minister er vooreerst aan waar de erosiemaatregelen vandaan komen. “Er is een erosiebeleid op twee fronten, vanuit Leefmilieu en vanuit Landbouw. Vanuit Leefmilieu hebben wij onder meer subsidies gegeven aan lokale besturen om erosiecoördinatoren aan te werven en preventief te werken via sensibilisering en bewustmaking van de landbouwers van de problematiek. De maatregelen waarmee we nu te maken hebben, zijn maatregelen die louter in de vorige legislatuur vanuit Landbouw zijn genomen. In april 2014 is een erosiebestrijdingsmaatregelenplan opgemaakt voor de periode 2014-2018”, aldus de minister.

Ze beklemtoonde dat er iets moet gebeuren aan erosie en dat iedereen daarvan overtuigd is. “Het klopt dat vanaf dit jaar de verplichte erosiemaatregelen, die vanuit Landbouw zijn genomen, heel voelbaar zijn. Daarom komt er nu ook veel reactie. Het is natuurlijk een heel andere manier van werken.”  De minister gaf aan dat de aanduiding van die percelen op basis van een theoretisch model is gebeurd, wat tot gevolg heeft dat er fouten zijn gemaakt. “Als je van een theoretisch model met kaarten vertrekt, dan kan de situatie op het terrein anders zijn. Daarom is de bezwaarprocedure en een goede opvolging belangrijk.”

Volgens de minister zijn de reacties op het terrein vaak ook terecht. Daarom is er van in het begin gezegd dat er in 2016 een evaluatie zou komen. “Doordat er nu zoveel reacties zijn zullen die evaluatie vroeger uitgevoerd worden, samen met een expertengroep met vertegenwoordigers van de betrokken departementen Landbouw, Visserij en Leefmilieu, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), twee gemeentelijke erosiecoördinatoren, twee trekkers van de demonstratieprojecten duurzame landbouw rond brongerichte erosiebestrijding Inagro en het Landbouwcentrum voor Erosiebestrijding. Zij zullen de evaluatie voorbereiden en uitvoeren. De expertengroep is gestart op 1 maart 2015 zodat de evaluatie vroeger beschikbaar zal zijn”, zo kondigde de minister aan.

Er zijn heel wat informatievergaderingen geweest waar de knelpunten aan bod zijn gekomen. De meeste hebben betrekking op de integratie van de techniek van niet-kerende bodembewerking in de bedrijfsvoering, de verplichting om een groenbedekker in te zaaien in relatie tot de gebruikelijke oogstdata en de beperkingen op rotaties van erosiegevoelige teelten.

De minister wees er tot slot op dat de expertengroep een bezoek zal brengen aan enkele landbouwbedrijven in erosiegevoelige regio’. Die moet nagaan welke maatregelen moeten worden verfijnd en of er alternatieven mogelijk zijn. In het najaar van dit jaar wil ze al de eerste resultaten van op het terrein hebben.

Bron: landbouwleven